Sinds december 2012 zijn scholen voor basis- en voortgezet onderwijs verplicht voorlichting over seksuele diversiteit op te nemen in hun programma. Slechts een minderheid van de scholen geeft daaraan gehoor.
De documentaire ALLEEN IN DIE WEEK HEBBBEN WIJ HOMO'S IN HUIS legt de worsteling bloot van drie scholen voor voortgezet onderwijs die zoeken naar manieren om aandacht voor seksuele diversiteit vorm en inhoud te geven. Leerlingen, docenten, schoolleiders en een betrokken zorgcoördinator vertellen tegen welke onzekerheden en dilemma’s zij aanlopen.
DE FILM IN HET KORT
Geoffrey is 15 en zit op christelijk VMBO 't Spectrum in Harderwijk. Hij is als enige leerling op zijn school uit de kast. Hij stelt alles in het werk om het onderwerp homoseksualiteit op de agenda te krijgen. Rector Edwin steunt Geoffrey weliswaar, maar stelt grenzen: 'Het moet geen reclame worden'.
Het Dominicus College in Nijmegen zet zich al jaren in voor de lhbt-leerlingen in de school. Enkele jaren geleden ontstond er een golf van weerstand toen sommige leerlingen en docenten de aandacht voor seksuele diversiteit over de top vonden. 'Mensen kregen het idee dat ze als homofoob bestempeld werden, terwijl ze dat volgens henzelf helemaal niet waren', zo vertelt Lau (16). Er is veel geïnvesteerd om een nieuw evenwicht te vinden. Langzamerhand is er weer ruimte voor nieuwe initiatieven.
Op het Wassenaarse Adelbert College zijn leerling Rosanne en docente Anne gestart met een GSA. Op initiatief van leerlingen en onder leiding van docent Jan wordt in 2012 voor het eerst paarse vrijdag gevierd. Er lijkt een tolerantere sfeer te ontstaan. Maar dan, twee maanden later, maakt de 13-jarige leerling Anass plotseling een eind aan zijn leven. Dit brengt de school in een shock-toestand. Er is hersteltijd nodig voordat de in gang gezette initiatieven opnieuw kunnen worden opgepakt.
Hoewel uit de ontwikkelingen in deze scholen geen algemeen geldende conclusies kunnen worden getrokken, maken ze de onzekerheden en dilemma’s zichtbaar waar elke school onvermijdelijk tegenaan loopt wanneer seksuele diversiteit op de agenda komt te staan. Aan het belang van aandacht voor het onderwerp wordt door de schoolleiding en de meeste docenten niet getwijfeld, maar over het hoe, in welke mate, wanneer en door wie des te meer.
DE VRIJBLIJVENDHEID VOORBIJ
Niet alle scholen staan te springen om met het onderwerp aan de slag te gaan. Er ligt al zoveel op hun bordje en het onderwerp is controversieel. Marc Mik zegt hierover in de film: ‘Wij zijn een school, weet je wel. Soms heb ik het idee dat er nog maar één plek is waar men jongeren kan benaderen en dat is dan via de school.’
Echter, met expliciete aandacht voor lhbt-leerlingen kunnen scholen een essentiële en zelfs cruciale bijdrage leveren aan een klimaat waarin ook leerlingen en docenten die anders zijn zich ‘bijzonder gewoon’ voelen. Want, voor veel jongeren met homoseksuele gevoelens is de tijd die zij doorbrengen op de middelbare school misschien wel de moeilijkste van hun leven. Zij dragen een geheim met zich mee dat niet zonder risico’s geopenbaard kan worden; de kans gepest of buitengesloten te worden is groot.
De helft van de homoseksuele jongeren denkt wel eens aan zelfmoord, 16% van de meisjes en 9% van de jongens doet een suïcidepoging en het aantal zelfmoorden onder homoseksuele jongeren is vijf maal zo hoog als onder niet-homoseksuele jongeren (SCP, 2010). Een veilige en tolerante schoolomgeving draagt substantieel bij aan het welbevinden van iedere leerling in zijn of haar anders-zijn. Het zou gewóón moeten zijn’, zegt Anne in de film. ‘Het moet een onderwerp zijn’, vindt Jeannette.
VAN DIALOOG TOT BELEID
De documentaire is bij uitstek geschikt voor het op gang brengen van een dialoog. Zo worden scholen gestimuleerd om na te denken over hoe zij adequaat kunnen inspelen op de door OCW opgelegde verplichting en de zich daarbij aandienende dilemma’s.